zaterdag 3 augustus 2013

Hallo opnieuw!

Zoals beloofd vertel ik jullie deze keer meer over Kauai, het mooiste eiland van de 3 en ook het enige waar ik eventueel opnieuw naar op reis zou gaan. 

Zoals ik jullie al had verteld is Kauai het oudste van de 8 grote eilanden. Hier bevindt zich ook de natste plek op aarde en door het uitslijten van de regen is het eiland vele diepe valleien rijk. Doordat de natuur hier zo bijzonder rijk en mooi is, zijn hier een aantal films opgenomen, waaronder Jurrasic Park, Lord of the Flies, Six Days/Seven Nights, Raiders of the Lost Ark.

De natuur was hier echt super super mooi. De bijnaam van het eiland is dan ook “Garden Isle”. Behalve Canada heb ik nooit ergens iets mooier gezien.

We zijn geland in Lihue, de grootste stad van het eiland. Vandaar moesten we nog 16 km met de bus naar Kapa’a, waar we uiteindelijk de hele tijd zouden verblijven. Ik ben al in veel slechte en fantastische hostels geweest, maar dit was toch de beste ooit, qua uitzicht. Tussen de zee en onze hostel lag ongeveer 10 meter gras. En onze kamers (Stijn sliep in de mannenkamer, ik in de vrouwenkamer) keken uit op de zee. Dus iedere dag ging je slapen en werd je wakker met het ruisen van de zee en het ritselen van de palmbomen. Fantastisch. Daarenboven had ik nog eens een dubbel (stapel)bed voor mij alleen. Stijn daarentegen had kakkerlakken in de kamer.





Ook hier was er weer vanalles te doen en we wilden er weer zo snel mogelijk aan beginnen, dus de eerste dag vroeg opgestaan en de bus naar Hanalei genomen, een toeristisch, maar supertof dorpje in het noorden van het eiland (Kapa’a ligt in het oosten).  Besloten om daar te kajakken op de Hanalei River. Dat zorgde voor prachtige taferelen, waarvoor ik alweer geen woorden genoeg heb, dus toon ik jullie gewoon de foto’s.
Na het kajakken wilden we de buurt wat verder te voet verkennen, en gelukkig kwamen we daarbij op een trail terecht, de Okoleaho Trail. Het was al redelijk laat op de dag, maar we besloten toch een eindje bergop te wandelen. Dat was redelijk zwaar, zeker omdat we niet voorzien waren op hiken en ik dus op sletsen liep. Dan maar te voet door de rode modder naar boven en dat hebben we ons zeker niet beklaagd. Eenmaal helemaal boven heb je zicht op heel Hanalei en het begin van de Na Pali Coast. Adembenemend.

















De volgende dag was het tijd om eens de zuid-oostelijke kant van het eiland te verkennen. Lonely Planets zijn supergoede reisgidsen, maar zoals we ondertussen weten, zijn hun kaarten niet altijd in de juiste schaal. We wilden de Kalua Ridge en de Moalepe trail doen, die met elkaar verbonden zijn en we dachten te voet aan het begin van de Kalua Ridge Trail te geraken, omdat het slechts 3 kilometer ver leek op de kaart. Toen we echter 8 kilometer verder waren en het plots begon te regenen, besloten we de (blijkbaar) resterende kilometers maar te liften. In de auto met vriendelijke Californiers en dan al redelijk moe aan de hike kunnen beginnen. Dat was natuurlijk weer heel erg de moeite, zoals quasi alle trails op Kauai. Ik laat de foto’s weer voor zich spreken.














De volgende dag besloten we het iets rustiger aan te doen en dachten we gewoon het fietspad dat langs de oceaan loop te voet te volgen om uiteindelijk rustig op het strand te zitten. We hebben effectief op 2 verschillende, afgelegen stranden gezeten. Maar we hebben uiteindelijk ook meer dan 15 kilometer gewandeld. Heel mooi allemaal, maar toch iets minder rustig dan verwacht.







We hadden al van mensen die in Kauai geweest zijn gehoord dat we zeker de Hanakapi’ai Trail moesten doen naar Hanakapi’ai  Beach en mogelijks naar de Hanakapi’ai Falls. In totaal is dat 8 mijl (ongeveer 13 kilometer), wat op zich niet zoveel is. Maar het is met momenten enorm veel steil omhoog en omlaag, soms loop je op een pad dat 1 meter breed is en naar beneden toe is het zeker 100 meter diep, soms moet je over stromen of rivieren, er zijn plaatsen waar je je moet vasthouden als je niet van de gladde rotsen naar beneden wilt vallen en als het regent, moet je nog meer oppassen. Maar als je dat alles overleeft, is het zeker de moeite waard. De eerste 2 mijl brengen je tot Hanakapi’ai Beach, wat de meeste mensen doen. Dat is een idyllisch strand, dat precies uitmond in een vallei. Sommige mensen (zoals Stijn en ik) lopen nog verder tot de watervallen, om daar een frisse duik te nemen. Er is ook de mogelijkheid om nog verder te lopen, maar dat is in totaal 11 mijl heen en 11 mijl terug, en daarvoor moet je toestemming hebben en kampeergerief (en heel veel lef, want blijkbaar is er een passage die ‘the passage of death’ noemt, omdat het pad zo smal is, en de val zo steil naar beneden). Dat hebben we wijselijk niet gedaan.














Volgende punt op onze to do list was de Waimea Canyon en de Alakai Swamp Trail. Daarvoor moet je je naar het zuiden van het eiland begeven. Ik laat de foto’s weer voor zich spreken, maar ik vermeld wel dat de trail je naar een lookout punt brengt, vanwaar je de Na Pali Coast weer kan zien. We konden dus vanaf daar ongeveer zien waar we de Hanakapi’ai Trail hebben gedaan.













The Big Island was enorm leuk en indrukwekkend om te doen, maar Kauai was toch wel het hoogtepunt van mijn Hawaii-reis. Zoveel mooie natuur heb ik nog niet veel gezien. Moest één van jullie ooit naar Hawaii gaan, dan raad ik ten zeerst Kauai aan. 

Dankuwel voor het lezen, mijn excuses voor de late post en tot de volgende voor nieuws over O’ahu!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten