maandag 24 november 2014

Banks Peninsula

Hallo opnieuw! Deze keer Banks Peninsula, waar we 5 dagen hebben doorgebracht.


Het schiereiland werd 8 miljoen jaar geleden gevormd door de uitbarsting van 2 vulkanen. Het is ongeveer 1150 vierkante meter groot, heeft een bevolking van 7500 mensen en het hoogste punt, Mount Herbert, is 919 meter hoog. Er zijn 2 grote baaien en verschillende andere kleine, waarvan de meeste bereikbaar zijn via (ongepaveide) wegen.

Onze hostel was meer een B&B, en lag in Barry’s Bay, een kwartiertje rijden van Akaroa, (op de kaart ligt het iets boven French Farm) het grootste dorp op het schiereiland. Tussen ons en de zee lag enkel een weg, dus we hadden een mooi zicht op de Akaroa baai en Onawe Peninsula, een klein schiereilandje. Het is toffe plaats voor een kleine wandeling, en er zijn bijzonder mooie rotsformaties te vinden.




Oude dokken rond het Onawe Penisula.



Mooie kleuren op het Onawe Peninsula.



We wandelen al eens graag, en deze keer hebben we voor de Summit Walkway geopteerd, anderhalf uur in totaal en een zeer steile klim. De wandeling zelf was heel tof, op een bepaald moment klim je via een kleine waterval naar boven, en de uitzichten waren natuurlijk prachtig. Helemaal boven kon je de zee aan 3 kanten zien, en het enige jammere was dat de wandeling niet langer was!





De Summit Road brengt je via de hoogste toppen van de ene kant van het schiereiland naar de andere kant, met prachtige uitzichten gedurende de hele rit. Via deze weg kan je ook naar de baaien rijden, en dat hebben we dan ook gedaan. De meeste baaien kan je enkel bereiken via de Summit Road, maar als je naar de Decanter Bay rijdt, is er een weg die je naar de Okains Bay brengt. We wilden eens zien of er wat interessants was in die baaien, dus zijn we naar Decanter Bay gereden.


Niet teleurgesteld, want er lag zowaar een zeeluipaard op het strand! We zijn tot nu toe zeer verwend geweest met het maritieme wildleven in NZ en dat blijft zich voortzetten.
Zeeluipaarden komen vooral in Antarctica voor, maar in de winter kan je ze soms spotten in Australië, Nieuw Zeeland, Argentinië en Chili. Volwassen examplaren zijn tussen 2,4 en 3,5 meter groot en wegen tussen 200 en  600 kg. De vrouwtjes zijn meestal iets groter dan de mannetjes en de orca is zijn enige natuurlijke vijand. Bijzonder indrukwekkend dus om er zo één op het strand te zien liggen. 


Van Decanter Bay zijn we dan naar Okains Bay gereden, waar we geen mens zijn tegengekomen. Schapen daarentegen, daarvan hebben er tientallen op de weg gezien, waardoor onze rit iets langer en leuker dan verwacht was. 




Ellangowan Reserve beloofde mooie uitzichten op onder andere Hickory Bay. Dat was zeker niet gelogen, en ik moest direct aan mijn papa denken toen we het hoogtepunt van onze wandeling bereikten. Letterlijk hoogtepunt, want je kijkt vanop een 12 meter hoog punt uit op verschillende baaien. Klinkt niet zo hoog, maar het zou dus niets voor de papa zijn!




In 1880 werd een vuurtoren gebouwd op de Akaroa Heads (onderaan de kaart). Honderd jaar later verplaatsten ze de toren naar Akaroa zelf, waar je op bepaalde dagen in kan. Bijzonder schattig en mooi onderhouden gebouwtje.


In 1838 kocht een Franse kapitein, Jean-Francois Langlois Banks Peninsula, en toen hij terugkeerde naar Frankrijk spoorde hij enkele Fransen aan om zich daar te gaan settelen. Een maand voor ze daar toekwamen was het schiereiland echter al opgeeist door de Britten. Akaroa heeft tot heden Franse invloeden en alle straten en vele zaken hebben dan ook Franse namen. Bijzonder amusant om te zien. 



Zo, ondertussen zijn we nog altijd aan het werk op de pioen-kwekerij, en we hebben ondertussen ook al bloemen moeten keuren (kijken of ze goed genoeg zijn voor export, anders zijn ze voor Nieuw Zeeland) en in dozen moeten steken. Het is onze leukste job tot nu toe in NZ, en het is jammer dat het zo kort zal zijn (nog een week of 2 waarschijnlijk).


Voila, volgende keer vertel ik jullie over Christchurch!

zaterdag 8 november 2014

Arthur's Pass

Zo, we hebben een nieuwe job en internet, dus ik ben weer klaar voor een nieuwe post!

Om van Greymouth naar Christchurch (of omgekeerd) te rijden kan je ofwel de Lewis Pass nemen, die 907 meter hoog ligt, of de Arthur’s Pass, op 924 meter. De dagen voor we naar de oostkust wilden rijden, was er veel sneeuw gevallen, en mocht op de Arthur’s Pass weg enkel auto’s met sneeuwkettingen rijden. We waren dus van plan om via de (iets minder indrukwekkende en langere) Lewis Pass te rijden, maar de hosteleigenaar van de Global Village zei dat het geen probleem zou zijn om via Arthur’s Pass te rijden.


Ik ben heel blij dat we naar hem hebben geluisterd, want de rit was fantastisch. Je bent constant omringd door bergen (met en zonder sneeuw), er zijn grote vlaktes en blauwe rivieren (gletsjerwater), en natuurlijk ook enkele dieren.

Deze constructies dienen ter bescherming tegen de vallende rotsen. Sheila zegt dat er in Canada gelijkaardige dingen bestaan voor lawines. 


De Kea die we al eens hadden gezien in Abel Tasman (en waarvan er minder dan 5000 zijn in het wild), komen hier graag naar de toeristische stopplaatsen, omdat veel mensen ze eten geven. Dat is echter verboden, omdat de dieren zo te lui en afhankelijk van mensen worden. Ze zijn blijkbaar heel slim, en er zijn veel gevallen waar de dieren mensen hun rugzak openen om er eten uit te halen. Ze zijn blijkbaar ook gek op rubber, en beschadigen zo veel auto’s. 


Ik had deze keer ook het geluk om een vliegende Kea te fotograferen!












Onderweg zijn we ook gestopt aan Castle Hill, een veld vol gigantische rotsen. Ongeloofelijk maar waar, oorspronkelijk werden deze kalkstenen rotsen gevormd in de oceaan (net als de Pancake Rocks), maar door de verandering in het landschap, liggen ze nu hier, te midden de bergen. Zo kan je nog altijd fossielen uit de zee terugvinden in sommige van de rosten.


De rotsblokken zagen er niet altijd uit zoals ze nu doen, het is door regenwater dat er gaten zijn in sommigen en dat andere bijzondere vormen hebben.

Toen de Maori grote tochten maakten van de ene kant van het Zuideiland naar de andere kant, waren deze grote blokken een welkome schuilplaats en bescherming tegen de elementen. 



Tegenwoordig zijn ze een soort speeltuin voor jong en oud. Er waren mensen die serieus aan het klimmen waren (met touwen en katrollen en al die professionele dingen), er waren wandelaars, en wij hebben gewoon een beetje over, tussen, onder en langs de grote dingen gewandeld. We hebben ons hier anderhalf uur geamuseerd, maar ik ben er zeker van dat een volledige dag niet te veel zou zijn geweest. 





We hebben er in totaal een 6tal uur over gedaan om in Akaroa te geraken, maar het heeft enkel zo lang geduurd omdat we zoveel zijn gestopt.

Wat onze job betreft, we werken in Sheffield, een gehucht met 300 mensen, en we verblijven in Springfield (10 km verder en een even klein gehucht), waardoor we superdicht bij Arthur’s Pass zijn (we zullen die rotsen dus zeker nog eens een bezoekje gaan brengen). We werken op een bloemenplantage voor pioenen (een soort roos zonder doornen), en we zullen dat 4 tot 6 weken doen. Ze zijn zich momenteel aan het voorbereiden voor de pluk, en wij zullen die bloemen moeten in dozen steken en klaarmaken voor verkoop. De meeste bloemen worden blijkbaar in Amerika en Azië verkocht. Momenteel is er nog geen pluk en moeten we de kleine knopjes die aan de zijkant van de steel groeien wegnemen, zodat de hoofdbloem groter kan worden.

Volgende keer zal ik het over het Banks Peninsula hebben, bedankt voor het lezen en hopelijk tot snel!