zaterdag 8 november 2014

Arthur's Pass

Zo, we hebben een nieuwe job en internet, dus ik ben weer klaar voor een nieuwe post!

Om van Greymouth naar Christchurch (of omgekeerd) te rijden kan je ofwel de Lewis Pass nemen, die 907 meter hoog ligt, of de Arthur’s Pass, op 924 meter. De dagen voor we naar de oostkust wilden rijden, was er veel sneeuw gevallen, en mocht op de Arthur’s Pass weg enkel auto’s met sneeuwkettingen rijden. We waren dus van plan om via de (iets minder indrukwekkende en langere) Lewis Pass te rijden, maar de hosteleigenaar van de Global Village zei dat het geen probleem zou zijn om via Arthur’s Pass te rijden.


Ik ben heel blij dat we naar hem hebben geluisterd, want de rit was fantastisch. Je bent constant omringd door bergen (met en zonder sneeuw), er zijn grote vlaktes en blauwe rivieren (gletsjerwater), en natuurlijk ook enkele dieren.

Deze constructies dienen ter bescherming tegen de vallende rotsen. Sheila zegt dat er in Canada gelijkaardige dingen bestaan voor lawines. 


De Kea die we al eens hadden gezien in Abel Tasman (en waarvan er minder dan 5000 zijn in het wild), komen hier graag naar de toeristische stopplaatsen, omdat veel mensen ze eten geven. Dat is echter verboden, omdat de dieren zo te lui en afhankelijk van mensen worden. Ze zijn blijkbaar heel slim, en er zijn veel gevallen waar de dieren mensen hun rugzak openen om er eten uit te halen. Ze zijn blijkbaar ook gek op rubber, en beschadigen zo veel auto’s. 


Ik had deze keer ook het geluk om een vliegende Kea te fotograferen!












Onderweg zijn we ook gestopt aan Castle Hill, een veld vol gigantische rotsen. Ongeloofelijk maar waar, oorspronkelijk werden deze kalkstenen rotsen gevormd in de oceaan (net als de Pancake Rocks), maar door de verandering in het landschap, liggen ze nu hier, te midden de bergen. Zo kan je nog altijd fossielen uit de zee terugvinden in sommige van de rosten.


De rotsblokken zagen er niet altijd uit zoals ze nu doen, het is door regenwater dat er gaten zijn in sommigen en dat andere bijzondere vormen hebben.

Toen de Maori grote tochten maakten van de ene kant van het Zuideiland naar de andere kant, waren deze grote blokken een welkome schuilplaats en bescherming tegen de elementen. 



Tegenwoordig zijn ze een soort speeltuin voor jong en oud. Er waren mensen die serieus aan het klimmen waren (met touwen en katrollen en al die professionele dingen), er waren wandelaars, en wij hebben gewoon een beetje over, tussen, onder en langs de grote dingen gewandeld. We hebben ons hier anderhalf uur geamuseerd, maar ik ben er zeker van dat een volledige dag niet te veel zou zijn geweest. 





We hebben er in totaal een 6tal uur over gedaan om in Akaroa te geraken, maar het heeft enkel zo lang geduurd omdat we zoveel zijn gestopt.

Wat onze job betreft, we werken in Sheffield, een gehucht met 300 mensen, en we verblijven in Springfield (10 km verder en een even klein gehucht), waardoor we superdicht bij Arthur’s Pass zijn (we zullen die rotsen dus zeker nog eens een bezoekje gaan brengen). We werken op een bloemenplantage voor pioenen (een soort roos zonder doornen), en we zullen dat 4 tot 6 weken doen. Ze zijn zich momenteel aan het voorbereiden voor de pluk, en wij zullen die bloemen moeten in dozen steken en klaarmaken voor verkoop. De meeste bloemen worden blijkbaar in Amerika en AziĆ« verkocht. Momenteel is er nog geen pluk en moeten we de kleine knopjes die aan de zijkant van de steel groeien wegnemen, zodat de hoofdbloem groter kan worden.

Volgende keer zal ik het over het Banks Peninsula hebben, bedankt voor het lezen en hopelijk tot snel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten