woensdag 13 augustus 2014

Coromandel Peninsula

Hallo iedereen!

Gezien het internet vrij beperkt is waar we nu zijn, zal ik niet over Hawaii vertellen, maar verder over Nieuw Zeeland. Hawaii was heel mooi en warm, maar een paar van de dingen die we gezien en gedaan hebben, had ik vorige keer al met Stijn gezien, en daar heb ik vorig jaar al eens over geschreven.
Terug in Nieuw Zeeland dus. Vooraleer op zoek te gaan naar werk en een nieuwe plaats om te wonen, zijn we eerst nog een weekje op congé gegaan naar het Coromandel Peninsula, mijn favoriete streek in Nieuw Zeeland tot nu toe.





Voor het gemak hierboven een kaart van het Noordeiland om te tonen waar het Coromandel Peninsula ligt. Het is een dunbevolkt schiereiland met slechts 5 dorpen die meer dan 1000 inwoners tellen. De oostkust is blijkbaar zeer populair rond de kerstperiode (dat is hier de zomer, ter herinnering), en de westkust is blijkbaar eerder populair voor “mensen met een alternatieve levensstijl”. Geen idee wat ik mij daarbij moet voorstellen, maar beide kanten zijn bijzonder mooi. In het midden zijn de 2 kusten gescheiden door bergen en bossen, maar het is nergens meer dan 40 km breed. Wij hebben een week in Coromandel Town verbleven, een stadje met een bevolking van 1500 mensen en met heel vriendelijke hosteleigenaars.

We hadden redelijk wat hikes gedaan in Kauai, dus besloten we om hier geen grote wandelingen te maken en gewoon wat rustig rond te wandelen. We zijn op waarschijnlijk 10 verschillende stranden geweest, en het ene strand had nog betere schelpen dan het andere. We hebben nu dus een grote verzameling schelpen die we dringend eens moeten bekijken.











Onderweg naar  Whitianga, aan de oostkust, zijn we gestopt aan 2 verschillende uitzichtpunten met schitterende uitzichten over Coromandel Town en verder. In de Coromandel streek werd vroeger veel gemijnd, en er zijn nog overal mijnschachten te vinden, dus werd het ons overal duidelijk gemaakt dat we zeker en vast op het pad moesten blijven. De gevaarlijke tocht naar de top hebben we zonder problemen overleefd en wat was dat de moeite waard.





Zoals ik al zei, waren de eigenaars van de hostel zeer vriendelijke mensen, die ons met veel plezier wat hebben uitgelegd over de regio en ons wat de weg hebben gewezen. In de tuin hadden ze verschillende mandarijnenbomen, en je mocht zoveel fruit plukken als je wilde. Ik had nog nooit zo een verse mandarijntjes gegeten.


Er zijn 2 manieren om naar de oostkust te rijden: je kan de autosnelweg volgen tussen en over de bergen, of je kan de 309 Road nemen, die, zoals veel wegen in Nieuw Zeeland geen asfalt heeft, maar gewoon kiezelsteentjes (als je geluk hebt). We hadden al via de snelweg gereden (en de uitzichten gezien), dus besloten we de 309 te nemen. Onderweg zijn we een tiental wilde zwijnen tegen gekomen, met een paar biggetjes, die toen we met de auto vertraagden, allemaal naar ons kwamen toegelopen. 


Langs die weg passeer je ook langs de Waiau Falls, niet bijzonder groot, maar alle watervallen zijn de moeite om te zien, naar mijn mening. We moesten een tiental minuten naar beneden wandelen vooraleer we er waren, en het was precies een kleine oase. Er was ook een Kauri grove (de grote bomen die we al eens hadden gezien in het noorden) met een paar indrukwekkende examplaren.




Hot Water Beach is zoals de naam zegt, een strand met warm water. 2 uur voor en 2 uur na laagtij kan je je eigen spa graven. Deze borden leggen mooi uit hoe het precies komt dat je hier gratis van het warme water kan genieten. Wijzelf waren er niet op voorzien, maar een heel pak andere mensen waren dat wel. Het is ook gewoon een prachtig strand om op te wandelen, en dat is dan ook wat wij hebben gedaan.




In het kleine Hahei (270 inwoners) bevindt zich Cathedral Cove. De wandeling naar de rots is bijzonder mooi en de bestemming is vrij indrukwekkend. Ik laat de beelden voor zich spreken.





Stony Bay ligt bijna helemaal in het noorden van de Coromandel en is, in tegenstelling tot Cathedral Cove, quasi volledig toeristenvrij. Het is een baai met aan de ene kant de oceaan en een tof strand met veel schelpen en vogels en aan de andere kant een supergroene vallei met enkele tientallen huizen. Verschillende mensen lieten hun boot in het water terwijl wij daar waren, en ze deden dat met een oude tractor, of een quad, interessant om te zien. 









Eén van de soort vogels die we zagen waren oyster catchers, die met hun kleine pootjes bijzonder snel over het zand lopen en een schattig geluidje maken om mekaar te laten weten dat ze eten hebben gevonden (dachten we).



Voila, dat was het voor de Coromandel streek. De volgende blogposts zullen onder andere gaan over onze rit van Napier naar Auckland, de ferrytrip van het Noord naar het Zuideiland en wat we hier al gezien hebben.

Bedankt voor het lezen en tot snel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten