Met 225 vierkante kilometer is dit het kleinste van Nieuw
Zeelands 14 nationale parken. Het werd genoemd naar Abel Tasman, de eerste
Europeaan die ooit NZ zag.
Er zijn in Nieuw Zeeland 9 Great Walks, meerdaagse
wandelingen, die net iets beter bekend of mooier of populairder zijn dan de
“gewone” meerdaagse wandelingen. De Abel Tasman Coastal Walk is de meest
populaire van al deze Great Walks. Het volledige traject is 51 km lang, en
duurt 3 tot 5 dagen. Onderweg slaap je ofwel in je eigen tent, of in hutten van
de DOC (Department of Conservation, de dienst die verantwoordelijk is voor alle
parken, wandelingen, hutten, enz. in NZ). Wij hebben speciaal een tent gekocht,
omdat dat ons meer vrijheid gaf om zelf ons traject te bepalen.
In de zomer is het een zottekot, en zijn alle hutten
volgeboekt, maar gezien het hier nu winter is, hebben we amper mensen gezien,
en hadden we elke kampeerplaats voor onszelf.
Er zijn verschillende mogelijkheden, je kan in beide
richtingen wandelen.
Je kan starten in Marahau, tot Totoranui wandelen, en dan
met de watertaxi terugkeren. Je kan starten
in Wainui (het eindpunt), en tot Marahau wandelen (het beginpunt), om dan met
de bus terug naar je auto te keren.
Wij wilden zoveel mogelijk van het traject afleggen, maar ik wilde ook graag
met de watertaxi meevaren, dus besloten we de watertaxi te nemen tot Totoranui
en vandaar naar Whariwarangi te wandelen. Vandaar zijn we dan naar Marahau
gewandeld. Achteraf zijn we dan met auto naar Wainui gereden, zodat we de
volledige wandeling hebben gezien (en het grotendeel ervan hebben bewandeld).
Dag 1: vers gewassen en vol goesting stapten we op de boot
richting Totoranui. De bootrit zelf is fantastisch, omdat je ziet langs welke
prachtige stranden en bossen je de komende 4 dagen zal wandelen. En
ongelooflijk maar waar, we hebben een penguin gezien! Je kan het niet zo goed
zien op de foto, maar het beestje zwom op een paar meter van de boot. Ik was al
maanden vol hoop op zoek en aan het uitkijken voor penguins, dus voor mij kon
de hele tocht al niet meer kapot.
Na enkele mensen te hebben afgezet op verschillende
plaatsen, zijn we met de watertaxi binnengevaren in Shag Cove (de shag is een
maritieme vogel), op zoek naar spelende zeehondenpups. Al na een paar meter
werden we achtervolgd door springende zeehondjes, die nieuwsgierig rond de boot
zwommen. Mijn dag werd beter en beter.
Na een uurtje kwamen we aan in Totoranui Bay, de enige van
alle baaien die je kan bereiken met de auto. In de Kerstperiode is het
blijkbaar een zottekot, met een volle camping van 1000 man. Nu was er geen ziel
te vinden. Met onze volle rugzak (elk ongeveer 11 kilo) vertrokken we richting
Whariwarangi. Onderweg hebben we onze tent en rugzak achtergelaten in Mutton
Cove, onze privécamping voor de eerste nacht. Daarna zijn we dus nog wat verder
gewandeld naar Separation Point (waar een zeehondenkolonie te vinden is) en Whariwarangi,
de voorlaatste baai.
Onze privé-baai voor de nacht.
Eenmaal terug op ons privéstrand maakten we een kampvuur om
ons op te warmen (het was ’s nachts een beetje koud) en iets warm te eten
(pittabroodjes met kaas en noten, smaakt beter dan het klinkt). Blijkbaar was
het strand waar wij sliepen populair bij de zeehondenpups, want, je gelooft het
nooit, ze kwamen met een stuk of 5 voorbij ons strand zwemmen. Ik heb geen
foto’s kunnen trekken, want we waren een het meelopen met de beestjes die op 1
meter van ons in het water aan het stunten waren. Echt surreël!
Ons grote kampvuur trok jammergenoeg ook oppossums aan (die
echt benauwelijke geluiden maken; hun geluid werd zelf gebruikt in Lord of the
Rings voor de Orcs), en we besloten dus om 19u30 (het was al pikkedonker) voor
de veiligheid van onze tent te kiezen.
Dag 2: wakker geworden met de zonsopgang en de spelende
zeehonden pups. We waren nog niet wakker genoeg om met ze mee te lopen, maar al
wandelend konden we ze wel een tijdje bijhouden. We hebben eerst wat op ons
privéstrand rondgewandeld, om wakker te worden en het wat warmer te krijgen. We
moesten terug naar Totoranui wandelen, en dan tot Awaroa Bay, een estuary (waar de oceaan en de rivier samenkomen) die
je enkel kan oversteken 1,5 uur voor en 2 uur na laagtij. Zelf dan worden je
voeten nog nat (en ijskoud), maar je geraakt tenminste aan de overkant. Vooraleer
je aan Awaroa komt, loop je over verschillende stranden, en in verscheidene
bossen. Bergop, bergaf, links, rechts
,en af en toe ook gewoon rechtdoor.
Totoranui.
Af en toe ook een beetje klimwerk.
Awaroa Bay (estuary).
Het was fris aan de voetjes.
Tegen dat we aan de overkant waren (het is een vrij brede
plaats om over te steken), was het al wat later in de middag en we moesten nog
een uur of 2 wandelen tot aan onze volgende kampeerplaats, Onetahuti. Die bleek dan nog
eens verder te zijn dan gedacht (borden die elkaar tegespraken), maar we zijn
er nog voor het donker geraakt. Alweer hadden we een volledig strand voor
onszelf en waren we precies alleen op de wereld (samen met een hondertal
oppossums waarschijnlijk). Op deze kampeerplaats mochten we jammergenoeg geen kampvuur
maken, maar onze koude maaltijd smaakte ons ook zeer goed.
Dag 3: alweer wakker geworden om direct te kunnen genieten
van een prachtige zonsopgang en ons strand. Deze keer jammergenoeg geen
zeehonden, maar ik denk dat we er nu wel genoeg hebben gezien voor een tijdje! Ook
hier hebben we eerst een beetje rustig op het strand rondgetreuzeld, vooraleer
met pak en zak verder te zetten.
We hebben weer langs onbeschrijfelijk mooie stranden
gewandeld, langs water dat precies niet echt is, zo blauw is het, in bossen vol
mooie vogels, planten en bomen en deze keer ook over hangbruggen. Ik ben een
grote fan van alles dat met water te maken heeft, maar hangbruggen zijn om
onbekende redenen één van mijn favoriete dingen in de hele wereld. Ik word
superenthousiast zodra ik er één zie en ik loop er met veel plezier meerdere
keren over. Extra veel plezier dus op dag 3, met een stuk of 3 mooie
exemplaren!
Met mijn professionele hike-outfit.
We hadden totnogtoe niet zoveel mensen gezien, maar hier
moesten we weer een estuary oversteken, deze keer voorbij Torrent Bay Village,
een klein dorpje met een 30tal huizen. Er leidt geen enkele weg tot hier, dus
ik veronderstel dat alle inwoners hun eigen boot hebben. Hier hebben we dus een
paar bewoners gezien, en eenmaal aangekomen in Anchorage Bay (dicht bij onze
kampeerplaats), werd er juist een hele groep toeristen opgepikt van een
dagtrip.
Torrent Bay estuary.
Onze laatste kampeerplaats (Te Pukatea) was ook onze
kleinste, maar daarom zeker niet minder mooi, en natuurlijk hadden we weer een
volledig strand voor onszelf. Het weer begon een beetje om te slaan en het was
redelijk winderig, dus besloten we weer vroeg in de tent te kruipen, in de hoop
die zo wat warmer te krijgen.
Dag 4: de laatste dag! Op onze laatste dag hadden we nog 12
kilometer voor de boeg, en het weer was compleet anders dan de afgelopen 3
dagen. Het had ’s nachts wat geregend, en toen we juist vertrokken begon het
weer wat harder te regenen. Gelukkig waren we voorzien op natter weer, dus de
moed zakte ons zeker niet in de schoenen! Het zorgde ook voor compleet andere
panorama’s dan de voorbije dagen, maar daarom zeker niet minder mooi.
Anchorage Bay.
Met mijn professionele regen-outfit.
Er zijn in Nieuw Zeeland heel wat vogels te bewonderen, en 1
daarvan is ’s werelds enige alpine papegaai, de Kea. Die komt enkel voor op het
Zuideiland (en is nergens anders ter wereld te vinden), er zijn er maar
5000 en we hebben het geluk gehad er 2
van dichtbij te zien! Blijkbaar schooien ze graag eten van toeristen, dus
bleven ze ons een tijdje achtervolgen. Ze zijn een 30tal cm groot en mooi groen
(ze zijn rood en blauw onder de veren als ze vliegen, foto’s daarvan volgen
nog).
Dit deel is eigenlijk het begin van de Abel Tasman Coast
Track voor de meeste mensen, en veel mensen die gewoon enkele uurtjes in het
park willen wandelen, doen dit gedeelte. Ondanks het weer (dat later opklaarde)
hebben we hier op 4 uur tijd meer mensen gezien dan tijdens de hele trip.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten